Jakob Mennes Beukema werd geboren in Leens in 1789. Al op jonge leeftijd was hij erg sterk en al snel werd hij gevraagd als matroos op een piratenschip.
Al snel bleek Jakob een goede piraat, ook dankzij zijn enorme kracht. Vijanden vreesden hem en na korte tijd als matroos te hebben gevaren werd hij kapitein. In die tijd kreeg hij ook zijn bijnaam: De Beuker. Deze was afgeleid van zijn achternaam Beukema.
De Beuker werd berucht in de hele regio. Als zijn schip aan kwam varen vluchtten mensen snel weg uit angst voor zijn gebeuk.
Door al zijn piratentochten werd Jakob behoorlijk rijk. Hij stal van iedereen en ging in een groot huis wonen midden in het dorp. Het huis heette Oldeheem en lag schuin tegenover de kerk. Hij trouwde met de dochter van een andere kapitein: Hendrika Luitjens Torrenga en samen woonden ze vele jaren in Oldeheem.
Hoe De Beuker precies aan zijn einde is gekomen weet men niet. Ook zijn graf is nooit gevonden, maar de legende gaat dat hij nog wel eens rondwaart in de omgeving van zijn oude huis en zijn rijkdom daar ergens begraven ligt.